Is Lenie ’t Hart wel al die jaren de echte zeehondenmoeder geweest? En is zij wel degene geweest die al die huilers heeft opgevangen en weer heeft opgekalefaterd? Is Lenie ’t Hart wel degene geweest die al die jaren de dienst in Pieterburen heeft uitgemaakt? En wie was (en is?) dan de echte zeehondenmoeder?
Eerst een stukje geschiedenis, dat ver van Pieterburen begint.
Als meisje in Hengevelde blonk Annie Schreijer-Pierik –zij was al op jonge leeftijd gehuwd met Jan Schreijer van Donderen (‘Traantje’) – uit in de kegelsport. Daarnaast jaagde zij in die tijd al met o.a. CDA-coryfeeën als Henk Bleeker op de zeeleeuw in de IJssel. En hier ontstond haar fascinatie voor de kegelrob. Later raakte zij geobsedeerd door de huilers in het bijzonder.
Wat is dan het verband tussen Lenie en Annie? Schreijer-Pierik vertelt: “Ik heb Lenie zelf gebeld. De beeldvorming van een zekere schimmigheid en gebrek aan transparantie was voor Lenie niet goed. Ik twijfelde niet aan haar integriteit.”
Zij vertelt openhartig: “In de jaren 70 ontmoette ik Lenie op één van haar -met overheidssubsidies betaalde- feesten. Ik ben trouwens in die tijd geïnspireerd geraakt door Lenie, waardoor mijn bijnaam vele jaren later ‘Annie Shredder‘ werd. Dit vanwege de vele verscheurde bonnetjes. Allemaal overheidsgeld.
Maar goed… Zij haalde mij dan voor het feest op met haar grote rode Volvo 780 uit Groningen. In de hal van het Hoofdstation Groningen gingen we alvast wat inhuilen. De akoestiek was daar geweldig en daar genoten we enorm van. Al blaffend kropen we in de Volvo van Lenie.
Ook Karst (red: Van der Meulen) zat meestal op de achterbank, gekleed in kinderkledij. Ik vond dit eerst vreemd maar Karst kon schitterend huilen als een zuigeling. In de immense kofferruimte lagen vaak wel 3 à 4 huilers. Doch deze maakten nooit geluid.”
Annie vertelt verder: “Soms bleef ik wel een paar maand in Pieterburen en eigenlijk was ik de directie, het management én de verzorger in één. Ik stuurde het hele opvangcentrum aan. Maar mijn stem hield er al na drie dagen mee op. Men genoot hiervan. U vraagt mij nu waar Lenie in die tijd was? Daarop kan en wil ik geen antwoord geven.”
Ons is echter bekend geworden dat Lenie meestal elke winter op zee was. De grijze zeehonden, ook kegelrobben genoemd, kiezen in deze tijd van het jaar Engelsmanplaat en andere wadplaten tot domicilie. De jongen komen hier ’s winters ter wereld. En omdat de vrouwtjes twee weken na de worp opnieuw vruchtbaar zijn, gonst en trilt het van opwinding en lentelust. Daar moest Lenie bij zijn.
De mannetjes achtervolgen de vrouwtjes en paren in het wadwater. Het gaat er uitbundig aan toe. De roep van de bronst draagt ver. Lenie bevond zich in deze tijd te midden van haar huilers, kegelrobben, zeeleeuwen. Zij genoot van deze ware orgies en nam altijd deel hieraan. Je zag haar de hele winter niet, behalve voor een onderhoudsmoment bij de huisarts. En ras ging ze weer naar zee.
Daarom mogen we concluderen dat de vriendinnen Pierik en ’t Hart elkaar jarenlang aanvulden, maar dat Pierik de echte zeehondenmoeder was (en is).
Nog steeds is Pierik overigens bevlogen door de natuur. Recentelijk maakte zij bekend dat zij de wolf wil uitroeien. Een prachtig Christelijk streven, immers vertelt de Bijbel: “…En dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.” (Genesis 1:26)
Wees de eerste om reactie te geven